Bijtje : Mag ik even bij u schuilen,
als ‘t niet lastig is voor u.
want het regent pijpestelen.
en ik heb geen paraplu.
Bloem : Wip gerust maar bij mij binnen.
‘k Heb de tafel net gedekt.
Lust u ook een hapje honing?
Bloemenhoning, zélf geweekt!
Bijtje : Mmm, wat smaakt die honing heerlijk!
Hartelijk bedankt, mevrouw.
Kijk, de zon is doorgebroken!
Kom, dan ga ik maar weer gauw.
Bloem : Niets te danken.
Wilt u even soms een boodschap doen voor mij?
Verderop wat stuifmeel brengen?
Want daar komt u tóch voorbij.
Jo Kalmijn-SpierenburgHet liedje van verlangen, Den Haag, J.N. Voorhoeve, 1969